Bundel De NieuwepsalmberijmingBestel nu

BUNDEL DE NIEUWE PSALMBERIJMING

De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.

Prijs: € 22,99

(gratis verzending binnen Nederland)

Ga direct naar psalm

Zoek op tekst:

Zoek op gelegenheid:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

 

Psalm 114

1. Toen Jakobs voetvolk Egypte verliet
werd Juda heilig, verheven gebied,
regeerde God de stammen.
Bang was de zee, weg vluchtte de Jordaan.
Er bleef van schrik geen berg of heuvel staan:
ze sprongen op als rammen.

2. Zee en Jordaan, waarom angstig gevlucht?
Waarom, gebergte, zo’n sprong in de lucht;
wat sta je bang te trillen?
‘Beef, aarde, krimp voor Jakobs God ineen!
Hij liet fris water stromen uit de steen
om alle dorst te stillen.’

1. Toen Jakobs voetvolk Egypte verliet
werd Juda heilig, verheven gebied,
regeerde God de stammen.
Bang was de zee, weg vluchtte de Jordaan.
Er bleef van schrik geen berg of heuvel staan:
ze sprongen op als rammen.

2. Zee en Jordaan, waarom angstig gevlucht?
Waarom, gebergte, zo’n sprong in de lucht;
wat sta je bang te trillen?
‘Beef, aarde, krimp voor Jakobs God ineen!
Hij liet fris water stromen uit de steen
om alle dorst te stillen.’

Open deze psalm in de app van DNP

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

De nieuwe psalmberijming

1. Toen Jakobs voetvolk Egypte verliet
werd Juda heilig, verheven gebied,
regeerde God de stammen.
Bang was de zee, weg vluchtte de Jordaan.
Er bleef van schrik geen berg of heuvel staan:
ze sprongen op als rammen.

2. Zee en Jordaan, waarom angstig gevlucht?
Waarom, gebergte, zo’n sprong in de lucht;
wat sta je bang te trillen?
‘Beef, aarde, krimp voor Jakobs God ineen!
Hij liet fris water stromen uit de steen
om alle dorst te stillen.’

1. Toen Jakobs voetvolk Egypte verliet
werd Juda heilig, verheven gebied,
regeerde God de stammen.
Bang was de zee, weg vluchtte de Jordaan.
Er bleef van schrik geen berg of heuvel staan:
ze sprongen op als rammen.

2. Zee en Jordaan, waarom angstig gevlucht?
Waarom, gebergte, zo’n sprong in de lucht;
wat sta je bang te trillen?
‘Beef, aarde, krimp voor Jakobs God ineen!
Hij liet fris water stromen uit de steen
om alle dorst te stillen.’

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

Gebruik in diensten

Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.

Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7071312 bij uw rapportage aan CCLi.

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets van deze psalm.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)


Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)

Melodie

Zetting Claude Goudimel, gespeeld door Dick Sanderman via Hauptwerk sampleset Zwolle

Alternatieve melodieën

Deze psalm kan ook gezongen worden op de melodie van:
- Psalm 115

1. Toen Israel 't Egyptisch rijksgebied,
En 't volk, zo vreemd van aard en taal, verliet,
Werd Juda God ter woning.
Hij wijdde zich dit volk ten heiligdom
En stichtte daar den troon, dien Hij beklom
Als Isrels God en Koning.

2. Dit zag de zee met bevend' ogen aan,
En vlood terug; de bruisende Jordaan
Werd achterwaarts gedreven.
Het hoog en laag gebergt' sprong op in 't rond,
Als 't wollig vee, dat dartelt op den grond,
En deed de velden beven.

3. Wat was 't, o zee, dat u zo vluchten deed?
En gij, Jordaan, wat angst, wat prangend leed,
Kon u teruggedringen?
Gij bergen, en gij heuvels, wat gerucht
Deed u met schrik dus steig'ren naar de lucht,
Als lammeren, die springen?

4. Beef aarde, beef voor 's HEEREN aangezicht,
Voor Jakobs God, die uit het eeuwig licht
Zijn Isrel hulp wou zenden!
Hij is 't, Wiens macht de rots verand'ren kon
In enen vloed, den keisteen in een bron,
Voor Isrels matte benden.

1. Toen Israël Egypteland verliet,
En als 't huis Jakobs ganselijk afschied
Van 't vreemd volk en zijn wezen;
Juda werd Gods heilig' ere zeer klaar,
En God werd Israëls Heer openbaar,
Ja, een Heer hoog geprezen.

2. De zee zag zulks aan, en week zeer verbaasd;
De Jordaan was ook gedwongen met haast
Haar achterwaarts te keren
Als schapen sprongen de bergen meteen,
En de heuvelen en de bergskens kleen
Gelijk lammerkens tere.

3. Wat was u zee, dat gij wegvloodt zo zaan?
Ende waaromme zijt gij, o Jordaan,
Zo terugge gedreven?
Bergen, waarom sprongt gij als schapen vet?
Gij bergskens, waarom hebt gij u ontzet
Als lammerkens die beven?

4. Voor Gods aanschijn, Die alle ding vermag;
Voor Jakobs God, voor Wien (zo men daar zag)
't Aardrijk beefde waarachtig.
Voor dien God, Die maken kan enen stein
Tot een meer, en doet springen een fontein
Uit enen steenrots krachtig.

1. Toen Israël uit Egypteland ging,
Jakob zijn vrijheid vol vreugde ontving,
zij `t vreemde land ontkwamen,
werd Juda aan de Heere toegewijd,
werden tot rijk van Gods volkomenheid
al Israël stammen samen.

2. Dit zag de zee en zij vluchtte ontdaan,
achterwaarts wendde zich toen de Jordaan
daar God zijn macht deed gelden.
Als rammen sprongen bergen, vast gegrond,
plotseling op, de heuvels in het rond
als lammeren in de velden.

3. Waarom, o zee, liet gij vluchtend ruim baan?
Wat overkwam toch uw waat'ren, Jordaan?
dat zij zich eensklaps scheidden?
Gij trotse bergen, heuvels vast gegrond,
waarom sprongt gij als rammen in het rond,
als lammeren in de weide?

4. Beef dan, gij aarde, voor Israëls Heer,
krimp voor zijn aanschijn en buig u terneer,
laat u door God bedwingen
die water wellen deed uit de woestijn
en uit de harde steenrots een fontein
van lafenis ontspringen.

1. Toen Israël uit Egypteland ging,
Jakob zijn vrijheid vol vreugde ontving,
zij `t vreemde land ontkwamen,
werd Juda aan de Heere toegewijd,
werden tot rijk van Gods volkomenheid
al Israël stammen samen.

2. Dit zag de zee en zij vluchtte ontdaan,
achterwaarts wendde zich toen de Jordaan
daar God zijn macht deed gelden.
Als rammen sprongen bergen, vast gegrond,
plotseling op, de heuvels in het rond
als lammeren in de velden.

3. Waarom, o zee, liet gij vluchtend ruim baan?
Wat overkwam toch uw waat'ren, Jordaan?
dat zij zich eensklaps scheidden?
Gij trotse bergen, heuvels vast gegrond,
waarom sprongt gij als rammen in het rond,
als lammeren in de weide?

4. Beef dan, gij aarde, voor Israëls Heer,
krimp voor zijn aanschijn en buig u terneer,
laat u door God bedwingen
die water wellen deed uit de woestijn
en uit de harde steenrots een fontein
van lafenis ontspringen.

Bijbelteksten

Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.

Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.