Bundel De NieuwepsalmberijmingBestel nu

BUNDEL DE NIEUWE PSALMBERIJMING

De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.

Prijs: € 22,99

(gratis verzending binnen Nederland)

Ga direct naar psalm

Zoek op tekst:

Zoek op gelegenheid:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

 

Psalm 126

1. Het leek een droom, toch was het waar:
de HEER bracht ons weer bij elkaar.
Naar huis, naar Sion gingen wij.
Wat lachten wij, we waren vrij!
De volken die het zagen, zeiden:
‘Groot is de HEER die hen bevrijdde.’
De HEER was met ons lot begaan.
Ja, Hij heeft wonderen gedaan!

2. HEER, help ons en sta ons weer bij;
herstel ons land en keer het tij.
Wil, als een beek in de woestijn,
ook ditmaal levensreddend zijn.
Wie huilen moet als hij gaat zaaien,
zal juichen bij het koren maaien.
In tranen ging hij weg van huis,
blij komt hij met de oogst weer thuis.

1. Het leek een droom, toch was het waar:
de HEER bracht ons weer bij elkaar.
Naar huis, naar Sion gingen wij.
Wat lachten wij, we waren vrij!
De volken die het zagen, zeiden:
‘Groot is de HEER die hen bevrijdde.’
De HEER was met ons lot begaan.
Ja, Hij heeft wonderen gedaan!

2. HEER, help ons en sta ons weer bij;
herstel ons land en keer het tij.
Wil, als een beek in de woestijn,
ook ditmaal levensreddend zijn.
Wie huilen moet als hij gaat zaaien,
zal juichen bij het koren maaien.
In tranen ging hij weg van huis,
blij komt hij met de oogst weer thuis.

Open deze psalm in de app van DNP

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

De nieuwe psalmberijming

1. Het leek een droom, toch was het waar:
de HEER bracht ons weer bij elkaar.
Naar huis, naar Sion gingen wij.
Wat lachten wij, we waren vrij!
De volken die het zagen, zeiden:
‘Groot is de HEER die hen bevrijdde.’
De HEER was met ons lot begaan.
Ja, Hij heeft wonderen gedaan!

2. HEER, help ons en sta ons weer bij;
herstel ons land en keer het tij.
Wil, als een beek in de woestijn,
ook ditmaal levensreddend zijn.
Wie huilen moet als hij gaat zaaien,
zal juichen bij het koren maaien.
In tranen ging hij weg van huis,
blij komt hij met de oogst weer thuis.

1. Het leek een droom, toch was het waar:
de HEER bracht ons weer bij elkaar.
Naar huis, naar Sion gingen wij.
Wat lachten wij, we waren vrij!
De volken die het zagen, zeiden:
‘Groot is de HEER die hen bevrijdde.’
De HEER was met ons lot begaan.
Ja, Hij heeft wonderen gedaan!

2. HEER, help ons en sta ons weer bij;
herstel ons land en keer het tij.
Wil, als een beek in de woestijn,
ook ditmaal levensreddend zijn.
Wie huilen moet als hij gaat zaaien,
zal juichen bij het koren maaien.
In tranen ging hij weg van huis,
blij komt hij met de oogst weer thuis.

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

Gebruik in diensten

Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.

Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7133411 bij uw rapportage aan CCLi.

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets van deze psalm.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)


Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)

Melodie

Zetting Claude Goudimel, gespeeld door Dick Sanderman via Hauptwerk sampleset Zwolle

Alternatieve melodieën

Deze psalm kan ook gezongen worden op de melodie van:
- Psalm 148

Video-opname

1. Wanneer de HEER', uit 's vijands macht,
't Gevangen Sion wederbracht,
En dat verlost' uit nood en pijn,
Scheen 't ons een blijde droom te zijn.
Wij lachten, juichten; onze tongen
Verhieven 's HEEREN Naam en zongen.
Toen hieven zelfs de heid'nen aan:
"De HEER' heeft hun wat groots gedaan."

2. God heeft bij ons wat groots verricht;
Hij zelf heeft onzen druk verlicht;
Hij heeft door wond'ren ons bevrijd;
Dies juichen wij, en zijn verblijd.
Breng, HEER', al Uw gevang'nen weder;
Zie verder op Uw erfvolk neder;
Verkwik het, als de watervloed,
Die 't zuiderland herleven doet.

3. Die hier bedrukt met tranen zaait,
Zal juichen, als hij vruchten maait;
Die 't zaad draagt, dat men zaaien zal,
Gaat wenend voort, en zaait het al;
Maar hij zal, zonder ramp te schromen,
Eerlang met blijdschap wederkomen,
En met gejuich, te goeder uur
Zijn schoven dragen in de schuur.

1. Als God Sions gevang'nen al
Saam verlost heeft naar Zijn geval,
Zo waren wij verheugd alt'zaam,
Gelijk zij die dromen bekwaam.
Onze mond is gans vol gewezen
Van vreugd en lofzangen geprezen;
Dan sprak 't volk alleszins: Welaan,
God heeft Zijn volk wat groots gedaan.

2. God Die heeft op dit maal voorwaar
Bij ons gedaan een werk zeer klaar,
Daarin dat wij tot dezen tijd
Hartelijk vro zijn en verblijd.
Heer, wil genadelijk afwenden
Onz' gevangenis en ellenden,
Dat wij mogen wezen gelijk
Een schoon wel gewaterd aardrijk.

3. Zij die met tranen en verdriet
Haar goed zaad zaaien, zo men ziet,
Zullen wederkeren met vreugd,
En dat maaien, zijnde verheugd.
Zij zaaien haar goed zaad met wenen,
En zullen haast groot ende klenen
Komen, en brengen met vreugd groot
Haar volle schoven in den schoot.

1. Toen God de Heer uit 's vijands macht
Sions gevang'nen wederbracht
en ons verlost' uit nood en pijn,
scheen het een blijde droom te zijn.
Wij lachten, juichten, onze tongen
verhieven 's Heren naam en zongen.
Toen hieven zelfs de heid'nen aan:
"De Heer heeft hun wat groots gedaan".

2. Gij hebt, o Heer, ons bijgestaan
en grote dingen ons gedaan.
Gij hebt uw stad opnieuw gesticht,
wij juichen in het morgenlicht.
Laat alle ballingen nu keren
en juichen in het huis des Heren.
Wend thans ons lot, maak ons verblijd
als steppen in de regentijd.

3. Wat men hier nu met tranen zaait,
wordt eenmaal met gejuich gemaaid.
Wie 't zaad draagt dat hij zaaien zal,
gaat wenend voort en zaait het al.
Maar bij het feest der eerstelingen
zal hij verheugd het oogstlied zingen.
Dan keert hij weer te goeder uur
en draagt zijn schoven in de schuur.

1. Toen God ons weer naar Sion bracht
uit ballingschap en lijdensnacht,
toen was het ons als droomden wij,
wij lachten weer, wij waren vrij.
Verlost van heimwee en verlangen,
zong heel ons volk zijn jubelzangen.
Toen hieven zelfs de heidnen aan:
De Heer heeft hun iets groots gedaan.

2. De Heer heeft ons iets groots gedaan:
Hij liet zijn volk in vrijheid gaan.
Het kende toen geen droefheid meer,
God schonk aan ons de vreugde weer.
Heer, breng terug wie achterbleven,
wend U ons lot, doe ons herleven,
zoals in 't Zuiderland een vloed
de droge beek weer stromen doet.

3. Wie moeizaam hier met tranen zaait,
zal juichen als hij eenmaal maait.
Dan telt hij smart en moeite niet,
zijn klacht wordt tot een jubellied.
Wel gaat hij wenend langs de akker,
maar God roept het gezaaide wakker.
Dan keert de maaier blij naar huis,
hij brengt zijn gouden schoven thuis.

Bijbelteksten

Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.

Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.