Bundel De NieuwepsalmberijmingBestel nu

BUNDEL DE NIEUWE PSALMBERIJMING

De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.

Prijs: € 22,99

(gratis verzending binnen Nederland)

Ga direct naar psalm

Zoek op tekst:

Zoek op gelegenheid:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

 

Psalm 127

1. Wanneer de HEER het huis niet bouwt,
heeft al je ploeteren geen zin;
het metselwerk stort zomaar in.
Wanneer de HEER de wacht niet houdt,
de stad niet tegen kwaad beschut,
heeft waken op de muur geen nut.

2. Al sta je voor het licht wordt op
en werk je ’s avonds laat nog door,
al gaan je zaken altijd voor,
het blijft maar vruchteloos getob –
zijn lievelingen zegent Hij:
volkomen vredig slapen zij.

3. Een groot geschenk, een erfenis
van God, zijn kinderen voor jou.
Je zoon, je dochter blijft je trouw.
Ze helpen als dat nodig is,
verdedigen je op het plein;
je zult gelukkig met hen zijn.

1. Wanneer de HEER het huis niet bouwt,
heeft al je ploeteren geen zin;
het metselwerk stort zomaar in.
Wanneer de HEER de wacht niet houdt,
de stad niet tegen kwaad beschut,
heeft waken op de muur geen nut.

2. Al sta je voor het licht wordt op
en werk je ’s avonds laat nog door,
al gaan je zaken altijd voor,
het blijft maar vruchteloos getob –
zijn lievelingen zegent Hij:
volkomen vredig slapen zij.

3. Een groot geschenk, een erfenis
van God, zijn kinderen voor jou.
Je zoon, je dochter blijft je trouw.
Ze helpen als dat nodig is,
verdedigen je op het plein;
je zult gelukkig met hen zijn.

Open deze psalm in de app van DNP

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

De nieuwe psalmberijming

1. Wanneer de HEER het huis niet bouwt,
heeft al je ploeteren geen zin;
het metselwerk stort zomaar in.
Wanneer de HEER de wacht niet houdt,
de stad niet tegen kwaad beschut,
heeft waken op de muur geen nut.

2. Al sta je voor het licht wordt op
en werk je ’s avonds laat nog door,
al gaan je zaken altijd voor,
het blijft maar vruchteloos getob –
zijn lievelingen zegent Hij:
volkomen vredig slapen zij.

3. Een groot geschenk, een erfenis
van God, zijn kinderen voor jou.
Je zoon, je dochter blijft je trouw.
Ze helpen als dat nodig is,
verdedigen je op het plein;
je zult gelukkig met hen zijn.

1. Wanneer de HEER het huis niet bouwt,
heeft al je ploeteren geen zin;
het metselwerk stort zomaar in.
Wanneer de HEER de wacht niet houdt,
de stad niet tegen kwaad beschut,
heeft waken op de muur geen nut.

2. Al sta je voor het licht wordt op
en werk je ’s avonds laat nog door,
al gaan je zaken altijd voor,
het blijft maar vruchteloos getob –
zijn lievelingen zegent Hij:
volkomen vredig slapen zij.

3. Een groot geschenk, een erfenis
van God, zijn kinderen voor jou.
Je zoon, je dochter blijft je trouw.
Ze helpen als dat nodig is,
verdedigen je op het plein;
je zult gelukkig met hen zijn.

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

Gebruik in diensten

Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.

Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7071324 bij uw rapportage aan CCLi.

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets van deze psalm.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)


Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)

Melodie

Zetting Claude Goudimel, gespeeld door Dick Sanderman via Hauptwerk sampleset Zwolle

Alternatieve melodieën

Deze psalm heeft dezelfde melodie als Psalm 117

Deze psalm kan ook gezongen worden op de melodie van:
- LvdK 48 'O onze Vader, trouwe Heer'
- LvdK 205 'Nu triomfeert de Zoon van God'
- LvdK 467 'O eeuwge vader, sterk in macht'
- Christmas Carol 'On christmas night all christians sing'
- NLB 479 'Een lied weerklinkt in deze nacht'
- EG 5 'O allerhoogste majesteit'

1. Vergeefs op bouwen toegelegd,
Vergeefs, om 't huis voltooid te zien,
Gezwoegd, gezweet, o arbeidslien,
Zo God Zijn hulp aan 't werk ontzegt,
Vergeefs, o wachters, is uw vlijt,
Zo God niet zelf de stad bevrijdt.

2. Vergeefs van 's morgens vroeg geslaafd
Tot 's avonds, en het brood der smart
Gegeten, met een angstig hart;
Vergeefs den gansen dag gedraafd;
God geeft het, hoe een ander schraap',
Dien Hij bemint, als in den slaap.

3. Zo gaat het elk, dien God bemint.
Wie kind'ren voortbrengt tot Gods eer,
Verkrijgt een erfdeel van den HEER';
Wie zich met kroost gezegend vindt,
Dat zich oprecht en dankbaar toont,
Ziet al zijn zorg naar wens beloond.

4. Gelijk de pijlen in de hand
Eens sterken helds, die, fier en blij,
Door hunne kracht zijn weerpartij
Doet zwichten voor zijn tegenstand;
Zo zijn ook, tot der vaad'ren vreugd,
De brave zonen hunner jeugd.

5. Welzalig hij, die als een held,
Deez' pijlen in zijn koker gaart,
En zijne zonen ziet gespaard.
Zij zullen, schaamrood noch ontsteld,
Het hoofd den weerpartijd'ren bien
En in de poort voor hen niet vlien.

1. Zo God niet Zelf dat huis oprecht,
Tevergeefs is de arbeid al
Desgenen die dat bouwen zal.
Dat waken is gaar niet en slecht,
Zo God naar Zijn vaderlijk' aard
De stad niet Zelf hoedt en bewaart.

2. Het is vergeefs zo vroeg opstaan,
En te waken tot 's nachts zeer spaad',
En spaarlijk t' eten in dien staat
Zijn brood, met zorgen zwaar belaan.
Want God schier al slapende geeft
Zulks dengenen, die Hij lief heeft.

3. Als de mens bekomt een kind klein,
Om te erven zijn goed al t' zaam,
Zulks is Gods gave zeer bekwaam.
De vrucht des lichaams is allein
Een vrij geschenk des Heeren goed,
't Welk Hij Zijnen kinderen doet.

4. Gelijk als een reuze met kracht
Naar zijnen wille van hem schiet
De pijlen snel, daar men op ziet;
Zo worden onz' kind'ren geacht,
Als zij jonge gezellen fijn,
En sterk en groot geworden zijn.

5. Wel hem, die zijnen koker groot
Vol heeft van die pijlen vernaamd,
Die zal nimmermeer zijn beschaamd
In tegenheid noch ander nood;
Maar zijne vijanden hij zal
Ter schande brengen en ten val.

1. Wanneer de Heer het huis niet bouwt,
is, alle metselwerk ten spijt,
de opbouw niets dan ijdelheid.
Wanneer de Heer de wacht niet houdt,
geen wachter, die de vijand keert,
geen stadsmuur die zijn aanval weert.

2. Voor dag en dauw reeds op te staan
en op te zijn tot 's avonds laat,
hard werken voor slechts weinig baat
en schamel brood, 't is niets dan waan.
Hij geeft het immers wie Hij mint,
als in de slaap, als aan een kind.

3. Zie, kind'ren zijn een gave Gods,
waarmee de moeder wordt beloond,
waarmee de vader wordt gekroond.
Als scherpe pijlen waar, vol trots,
een weerbaar man zich op verheugt,
zo zijn de zonen van de jeugd.

4. Gelukkig hij die in de strijd
zijn koker vol met pijlen draagt.
Gelukkig hij, die wordt geschraagd
door zonen, tot zijn hulp bereid.
Al pocht de vijand in de poort,
vrijmoedig staat hij hem te woord.

1. Wanneer de Heer het huis niet bouwt,
is, alle metselwerk ten spijt,
de opbouw niets dan ijdelheid.
Wanneer de Heer de wacht niet houdt,
geen wachter, die de vijand keert,
geen stadsmuur die zijn aanval weert.

2. Voor dag en dauw reeds op te staan
en op te zijn tot 's avonds laat,
hard werken voor slechts weinig baat
en schamel brood, 't is niets dan waan.
Hij geeft het immers wie Hij mint,
als in de slaap, als aan een kind.

3. Zie, kindren zijn een gave Gods,
waarmee de moeder wordt beloond,
waarmee de vader wordt gekroond.
Als scherpe pijlen waar, vol trots,
een weerbaar man zich op verheugt,
zo zijn de zonen van de jeugd.

4. Gelukkig hij die in de strijd
zijn koker vol met pijlen draagt.
Gelukkig hij, die wordt geschraagd
door zonen, tot zijn hulp bereid.
Al pocht de vijand in de poort,
vrijmoedig staat hij hem te woord.

Bijbelteksten

Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.

Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.