Bundel De NieuwepsalmberijmingBestel nu

BUNDEL DE NIEUWE PSALMBERIJMING

De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.

Prijs: € 22,99

(gratis verzending binnen Nederland)

Ga direct naar psalm

Zoek op tekst:

Zoek op gelegenheid:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

 

Psalm 81

1. God is onze kracht!
Laat je stem maar schallen.
Speel uit alle macht
op bazuin en fluit,
tamboerijn en luit.
Feest is het voor allen.

2. God roept Israël
blijvend als getuige.
Zeg op zijn bevel
hoe je bent bevrijd
uit de dienstbaarheid.
Farao moest buigen!

3. ‘Ik heb alle last
van je afgenomen,
want Ik hield je vast.
Op je smeekgebed
heb Ik je gered,
is mijn hulp gekomen.

4. Uit een donderwolk
liet Ik antwoord klinken.
Eigenzinnig volk,
je hebt Mij bedroefd.
Ik heb jou beproefd
toen je wilde drinken.

5. Luister, volk van Mij,
knoop het in je oren:
haat afgoderij!
Dien geen god van steen,
buig voor Mij alleen
om bij Mij te horen.

6. Ik ben God, de HEER,
die jou heeft gedragen
en die altijd weer
vorstelijk en mild,
je verlangen stilt,
wat je ook zult vragen.

7. Maar dat volk van Mij
wilde Me vergeten,
schoof Mij steeds opzij,
ging zijn eigen gang,
soms een leven lang,
koppig en verbeten.

8. Ach, had Israël
Mij maar willen horen,
dan verbrak Ik snel
alle tegenstand
en geen aartsvijand
zou hen ooit nog storen.’

9. Haters van de HEER
zouden voor Hem kruipen.
Maar zijn volk kreeg weer
van het fijnste graan.
Honing zou spontaan
uit de rotsen druipen.

1. God is onze kracht!
Laat je stem maar schallen.
Speel uit alle macht
op bazuin en fluit,
tamboerijn en luit.
Feest is het voor allen.

2. God roept Israël
blijvend als getuige.
Zeg op zijn bevel
hoe je bent bevrijd
uit de dienstbaarheid.
Farao moest buigen!

3. ‘Ik heb alle last
van je afgenomen,
want Ik hield je vast.
Op je smeekgebed
heb Ik je gered,
is mijn hulp gekomen.

4. Uit een donderwolk
liet Ik antwoord klinken.
Eigenzinnig volk,
je hebt Mij bedroefd.
Ik heb jou beproefd
toen je wilde drinken.

5. Luister, volk van Mij,
knoop het in je oren:
haat afgoderij!
Dien geen god van steen,
buig voor Mij alleen
om bij Mij te horen.

6. Ik ben God, de HEER,
die jou heeft gedragen
en die altijd weer
vorstelijk en mild,
je verlangen stilt,
wat je ook zult vragen.

7. Maar dat volk van Mij
wilde Me vergeten,
schoof Mij steeds opzij,
ging zijn eigen gang,
soms een leven lang,
koppig en verbeten.

8. Ach, had Israël
Mij maar willen horen,
dan verbrak Ik snel
alle tegenstand
en geen aartsvijand
zou hen ooit nog storen.’

9. Haters van de HEER
zouden voor Hem kruipen.
Maar zijn volk kreeg weer
van het fijnste graan.
Honing zou spontaan
uit de rotsen druipen.

Open deze psalm in de app van DNP

Tekst: Bob Vuijk

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

De nieuwe psalmberijming

1. God is onze kracht!
Laat je stem maar schallen.
Speel uit alle macht
op bazuin en fluit,
tamboerijn en luit.
Feest is het voor allen.

2. God roept Israël
blijvend als getuige.
Zeg op zijn bevel
hoe je bent bevrijd
uit de dienstbaarheid.
Farao moest buigen!

3. ‘Ik heb alle last
van je afgenomen,
want Ik hield je vast.
Op je smeekgebed
heb Ik je gered,
is mijn hulp gekomen.

4. Uit een donderwolk
liet Ik antwoord klinken.
Eigenzinnig volk,
je hebt Mij bedroefd.
Ik heb jou beproefd
toen je wilde drinken.

5. Luister, volk van Mij,
knoop het in je oren:
haat afgoderij!
Dien geen god van steen,
buig voor Mij alleen
om bij Mij te horen.

6. Ik ben God, de HEER,
die jou heeft gedragen
en die altijd weer
vorstelijk en mild,
je verlangen stilt,
wat je ook zult vragen.

7. Maar dat volk van Mij
wilde Me vergeten,
schoof Mij steeds opzij,
ging zijn eigen gang,
soms een leven lang,
koppig en verbeten.

8. Ach, had Israël
Mij maar willen horen,
dan verbrak Ik snel
alle tegenstand
en geen aartsvijand
zou hen ooit nog storen.’

9. Haters van de HEER
zouden voor Hem kruipen.
Maar zijn volk kreeg weer
van het fijnste graan.
Honing zou spontaan
uit de rotsen druipen.

1. God is onze kracht!
Laat je stem maar schallen.
Speel uit alle macht
op bazuin en fluit,
tamboerijn en luit.
Feest is het voor allen.

2. God roept Israël
blijvend als getuige.
Zeg op zijn bevel
hoe je bent bevrijd
uit de dienstbaarheid.
Farao moest buigen!

3. ‘Ik heb alle last
van je afgenomen,
want Ik hield je vast.
Op je smeekgebed
heb Ik je gered,
is mijn hulp gekomen.

4. Uit een donderwolk
liet Ik antwoord klinken.
Eigenzinnig volk,
je hebt Mij bedroefd.
Ik heb jou beproefd
toen je wilde drinken.

5. Luister, volk van Mij,
knoop het in je oren:
haat afgoderij!
Dien geen god van steen,
buig voor Mij alleen
om bij Mij te horen.

6. Ik ben God, de HEER,
die jou heeft gedragen
en die altijd weer
vorstelijk en mild,
je verlangen stilt,
wat je ook zult vragen.

7. Maar dat volk van Mij
wilde Me vergeten,
schoof Mij steeds opzij,
ging zijn eigen gang,
soms een leven lang,
koppig en verbeten.

8. Ach, had Israël
Mij maar willen horen,
dan verbrak Ik snel
alle tegenstand
en geen aartsvijand
zou hen ooit nog storen.’

9. Haters van de HEER
zouden voor Hem kruipen.
Maar zijn volk kreeg weer
van het fijnste graan.
Honing zou spontaan
uit de rotsen druipen.

Tekst: Bob Vuijk

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

Gebruik in diensten

Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.

Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7124310 bij uw rapportage aan CCLi.

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets van deze psalm.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)


Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)

Melodie

Zetting Claude Goudimel, gespeeld door Dick Sanderman via Hauptwerk sampleset Zwolle

1. Zingt nu blij te moe
't Machtig Opperwezen
Enen lofzang toe;
Om ons heilgenot
Worde Jakobs God,
Met gejuich geprezen.

2. Zingt een psalm en geeft
Trommels aan de reien;
Wat in Isrel leeft,
Roep' Zijn grootheid uit.
Harp en zachte luit
Moet Zijn roem verbreien.

3. 't Blij bazuingeschal
Klink' in Isrels oren.
Doe nu overal
Deze maar verstaan:
" 't Feest der nieuwe maan,
't Feestuur is geboren!"

4. Want dit is 't bevel
Van den HEER' der heren,
Aan Zijn Israel.
Dit is 't hoog gebod,
't Recht van Jakobs God,
Dat wij billijk eren.

5. Dit doet Jozefs zaad
Aan Egypte denken
En in welk een staat,
Waar 't een sprake vond,
Die het niet verstond,
God Zijn heil wou schenken.

6. "'k Heb hun hals bevrijd
Van den last te dragen.
't Was die blijde tijd,
Toen hun moede hand
Werd in 's vijands land
Van den pot ontslagen."

7. "Op uw noodgeschrei,
Deed Ik grote wond'ren;
Onder Mijn gelei
Vondt gij hulp; Mijn woord
Werd van u gehoord
Uit de plaats der dond'ren."

8. "'k Nam te Meriba
Proef van uw vertrouwen,
Of g' op Mijn gena,
In uw tegenheen,
Op Mijn Naam alleen
En Mijn woord zoudt bouwen."

9. "Hoort Mij," zei Ik toen,
"Onder u betuigen,
Wat gij hebt te doen;
Och, dat Israel
Zich, op Mijn bevel,
Onder Mij wou buigen!"

10. "Eert geen uitlands God;
Wacht u voor uw zielen;
Wilt, naar Mijn gebod,
Mijnen Naam ten hoon,
Voor geen valse goon,
Voor geen vreemde knielen."

11. "Ik, Ik ben de HEER';
'k Ben uw God, die heilig
Ijver voor Mijn eer;
Die u door Mijn hand
Uit Egypteland
Leidde, vrij en veilig."

12. "Opent uwen mond,
Eist van Mij vrijmoedig
Op mijn trouwverbond;
Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zo gij 't smeekt,
Mild en overvloedig."

13. "Maar Mijn volk wou niet,
Naar Mijn stemme horen;
Israel verliet
Mij en Mijn geboon;
't Heeft zich and'ren goon,
Naar zijn lust, verkoren.

14. "'k Liet hen dies , veracht,
Naar 't hun goed dacht, hand'len.
'k Liet dit boos geslacht,
Naar de keuze viel
Van hun dwaze ziel,
In hun wegen wand'len."

15. "Och, had naar Mijn raad
Zich Mijn volk gedragen!
Och, had Isrels zaad
Op Mijn effen paan
Ijv'rig willen gaan,
Naar Mijn welbehagen ."

16. "'k Had hun haters ras
En geheel verslonden.
Wie hun tegen was,
Had aan allen kant
Mijn geduchte hand
Zeker ondervonden."

17. "Haters van den HEER'
Hadden Hem gegeven,
Schoon geveinsd, Zijn eer;
Ook zou Isrels tijd,
Van de smart bevrijd,
Eeuwig zijn gebleven."

18. "'k Had u dan tot spijs
Vette tarw' doen groeien,
En u, ten bewijs,
Hoe Ik u kon voen,
Honigbeken doen
Uit de rotsen vloeien."

1. Zingt den Heere blij,
Die ons sterkt' is krachtig;
Verheugt u ook vrij
In God, Israël;
Bewijst Hem met spel
Prijs en eer aandachtig.

2. Zingt psalmen zeer goed,
En lieflijk om horen
De tamboeren zoet,
Harpen bekwame,
En psalters t' zame,
Wilt met vreugd oorboren.

3. Op de nieuwe maan
Met bazuinen zinget,
En vrolijk voortaan
Der lovertenten
Jaarlijkse renten
Betaalt en volbringet.

4. Dit 's in Israël
Een gebruik gewezen;
God en niemand el,
Dit bevolen heeft,
En tot teken geeft
Zijns bonds hoog geprezen.

5. Zulks heeft Hij gedaan,
Als 't volk uit den lande
Egypte gegaan
Is, daar 't de talen
Hoorde verhalen,
Die 't niet heeft verstanden.

6. Haar lasten aldaar
Heeft Hij weggenomen;
Van de potten zwaar,
Lastig om dragen,
Zijn ze ontslagen
En gans vrij gekomen.

7. Gij riept mij daar aan,
En Ik, in uw lijden,
Heb u bijgestaan,
En verhoord in nood,
Als de donder groot
Mij dekte ter zijden.

8. Ik proefd' u voorwaar
Aan 't twistwater klachtig,
En vond u daarnaar
Verhard van zinnen;
Doch Ik uit minnen
Sprak u aan eendrachtig:

9. Mijn volk! Mij toch hoort,
Mijn bond zal Ik maken
Met u van nu voort;
Wil Mij toch horen,
Open uw oren,
En wil Mijn woord smaken.

10. Maak u, Mijn volk vroed,
Generlei afgoden,
Genen dienst hen doet,
Wil ze niet eren,
Noch tot hen keren;
Want Ik heb 't verboden.

11. Want Ik ben uw God
Eeuwig en almachtig;
Dit land tot uw lot
Gaf Ik u goedig
En trok u spoedig
Uit Egypte krachtig.

12. Opent uwen mond
Zeer wijd onbeladen,
Ik zal hem terstond
Met goede spijze,
Naar Mijne wijze
Rijkelijk verzaden.

13. 't Volk, dat Ik verkoos
Is van 't woord geweken;
Verstokt is 't en boos:
Ik heb 't gebeden,
't Heeft toch mijn reden
Ganselijk versteken!

14. Ik in toornigheid
Gaf 't over met allen,
Zijner verstoktheid,
Om zelf zijn zaken
Voortaan te maken
Naar zijn welgevallen.

15. Och! of 't volk rebel
Mij gehoorzaam ware!
En dat Israël
Ware gebleven
Op den pad even
Vast in 't openbare.

16. Ik zou haast verdaan
Hebben zijn vijanden;
Mijn hand, sterk in 't slaan,
Had boven maten,
Haast die hen haten,
Al gebracht te schanden.

17. Zijn vijanden al
Zouden druk bedrijven
En komen ten val;
Dat ze al t' zamen
Zouden met blamen
Eeuwig verdrukt blijven.

18. Tarw' in overvloed
Had Ik hun gegeven,
En met honing zoet,
't Welk vloeit uit stenen,
Gespijsd met enen
Had Ik z' al haar leven.

1. Jubelt God ter eer,
Hij is onze sterkte!
Juicht voor Israëls Heer,
stem en tegenstem
springen op voor Hem
die ons heil bewerkte.

2. Laat de harpen slaan,
klinken de trompetten.
Viert bij volle maan
met muziek en mond
een hernieuwd verbond
volgens oude wetten.

3. Dit is ingezet
als een eeuwig teken
Jozef tot een wet,
toen des Heren hand
aan Egypteland
machtig is gebleken.

4. God heeft ons gezegd
nooit gehoorde dingen.
Heilig is 't en recht
nu en t' allen tijd
Hem die ons bevrijdt
vrolijk toe te zingen.

5. Onder lasten zwaar
waart gij haast bezweken.
Groot was het gevaar
Ik vergat u niet,
in het doodsgebied
gaf Ik taal en teken.

6. Antwoord gaf Ik u,
antwoord uit het onweer.
Toen zo goed als nu
heb Ik u beproefd;
waar ge Mij bedroeft,
roep Ik u tot omkeer.

7. Luister, welk bevel
Ik u in wil scherpen.
Hoor Mij, Israël!
Laat geen vreemde god,
laat geen vreemd gebod
ooit u onderwerpen!

8. Ik ben HIJ DIE IS;
God wil Ik u wezen.
Uit de duisternis
van de slavernij
maakte Ik u vrij;
hebt gij nog te vrezen?

9. Leef uit mijn verbond.
Vraag van Mij vrijmoedig.
Open wijd uw mond.
Al wat u ontbreekt,
al waar gij om smeekt
geef Ik overvloedig.

10. Maar mijn eigen volk
was Mij niet ter wille.
Hoogmoed was hun tolk
en Ik liet hen gaan
in hun eigen waan
om hun trots te stillen.

11. Ga niet van Mij heen,
volg Mij op Mijn wegen,
sluit u hecht aaneen.
Waar gij langs zult gaan
maak Ik u ruim baan;
niemand houdt u tegen.

12. Al wie u verdrukt
zal Ik af doen deinzen.
Ik verbreek het juk
dat uw schouders knelt,
en het ruw geweld
zal verering veinzen.

13. Macht en tegenstand,
haters van de Here,
slaat zijn sterke hand;
tegen die Hem vleit
in arglistigheid
zal Hij haast zich keren.

14. Keer terug tot Mij
Israël, gij trotse
en de woestenij
zal weer bloeien gaan;
Ik geef most en graan,
honing uit de rotsen.

1. Jubelt voor de Heer,
juicht in uw gezangen.
Jakobs God zij eer.
Hij heeft alle macht,
Hij is onze kracht,
Hij moet lof ontvangen.

2. Zingt bij harp en luit,
slaat de tamboerijnen.
Bij bazuingeluid
breekt de feestdag aan.
Laat bij volle maan
heel het volk verschijnen.

3. God heeft Israël
dit gebod gegeven.
't Werd op zijn bevel,
toen Egypteland
beefde voor zijn hand,
Jozef voorgeschreven.

4. Hoort des Heren woord
door Hemzelf gesproken:
Ik heb u verhoord,
van uw last bevrijd.
't Juk der dienstbaarheid
is door Mij verbroken.

5. Ik heb in uw strijd
u mijn hulp gegeven.
Uit de donkerheid
sprak Ik van gena.
Maar bij Meriba
toetste Ik uw leven.

6. Hoor, o Israël,
leef naar mijn geboden.
Dit is mijn bevel:
geef geen afgod eer,
buig u nimmer neer
voor de vreemde goden.

7. Eer dan Mij alleen,
'k ben uw God, de Here.
Ik die u voorheen
veilig door mijn hand
uit Egypteland
leidde, Mij ter ere.

8. Open maar uw mond,
bid tot Mij vrijmoedig,
pleit op mijn verbond:
al wat u ontbreekt,
schenk Ik, als u 't smeekt,
mild en overvloedig.

9. Maar mijn volk heeft niet
naar Mij willen horen.
Toen het Mij verliet,
liet Ik hen begaan
in hun eigen waan
op verkeerde sporen.

10. Ach, mocht Israël
toch mijn wegen leren.
Waarlijk, Ik zou snel
door mijn sterke hand
's vijands tegenstand
triomferend keren.

11. Haters van de Heer
zouden Hem dan vrezen,
bogen veinzend neer
voor zijn aangezicht.
Aan Gods strafgericht
zou geen einde wezen.

12. Ik zou u tot spijs
welig graan doen groeien
en als klaar bewijs
van de goedheid Gods,
honing uit de rots
als een beek doen vloeien.

Bijbelteksten

Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.

Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.