Bundel De NieuwepsalmberijmingBestel nu

BUNDEL DE NIEUWE PSALMBERIJMING

De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.

Prijs: € 22,99

(gratis verzending binnen Nederland)

Ga direct naar psalm

Zoek op tekst:

Zoek op gelegenheid:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

 

Psalm 86

1. Hoor mij, HEER, blijf toch niet zwijgen.
Roep ik, laat me antwoord krijgen.
Ik ben uitgeput en arm,
radeloos sla ik alarm.
Ik ben U toch trouw gebleven?
Breng dan vreugde in mijn leven.
Zie mij aan – die ene vraag
stijgt voortdurend op vandaag.

2. Goed bent U, aanbiddenswaardig,
graag vergevend en hulpvaardig.
Luister, luister naar mij, HEER,
want ik zie geen uitweg meer.
Geen god kan zich met U meten.
Alle volken zullen weten,
schepper, wat U hebt gedaan
als zij door de knieën gaan.

3. Groot bent U, uw wonderdaden
laten zich door niemand raden.
Geef dan dat ik op uw weg
mijn ontzag U niet ontzeg.
Ja, U loof ik hier op aarde
die mijn leven steeds bewaarde
voor de diepte van de dood.
In uw liefde bent U groot.

4. HEER, een terroristenbende
stort mijn leven in ellende.
God, zij hebben U ontkend,
U die trouw en liefde bent.
Help mij, HEER, geef mij een teken,
laat uw goedheid niet ontbreken:
laat mijn vijanden toch zien
wie de God is die ik dien.

1. Hoor mij, HEER, blijf toch niet zwijgen.
Roep ik, laat me antwoord krijgen.
Ik ben uitgeput en arm,
radeloos sla ik alarm.
Ik ben U toch trouw gebleven?
Breng dan vreugde in mijn leven.
Zie mij aandie ene vraag
stijgt voortdurend op vandaag.

2. Goed bent U, aanbiddenswaardig,
graag vergevend en hulpvaardig.
Luister, luister naar mij, HEER,
want ik zie geen uitweg meer.
Geen god kan zich met U meten.
Alle volken zullen weten,
schepper, wat U hebt gedaan
als zij door de knieën gaan.

3. Groot bent U, uw wonderdaden
laten zich door niemand raden.
Geef dan dat ik op uw weg
mijn ontzag U niet ontzeg.
Ja, U loof ik hier op aarde
die mijn leven steeds bewaarde
voor de diepte van de dood.
In uw liefde bent U groot.

4. HEER, een terroristenbende
stort mijn leven in ellende.
God, zij hebben U ontkend,
U die trouw en liefde bent.
Help mij, HEER, geef mij een teken,
laat uw goedheid niet ontbreken:
laat mijn vijanden toch zien
wie de God is die ik dien.

Open deze psalm in de app van DNP

Tekst: Ria Borkent

© Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

De nieuwe psalmberijming

1. Hoor mij, HEER, blijf toch niet zwijgen.
Roep ik, laat me antwoord krijgen.
Ik ben uitgeput en arm,
radeloos sla ik alarm.
Ik ben U toch trouw gebleven?
Breng dan vreugde in mijn leven.
Zie mij aan – die ene vraag
stijgt voortdurend op vandaag.

2. Goed bent U, aanbiddenswaardig,
graag vergevend en hulpvaardig.
Luister, luister naar mij, HEER,
want ik zie geen uitweg meer.
Geen god kan zich met U meten.
Alle volken zullen weten,
schepper, wat U hebt gedaan
als zij door de knieën gaan.

3. Groot bent U, uw wonderdaden
laten zich door niemand raden.
Geef dan dat ik op uw weg
mijn ontzag U niet ontzeg.
Ja, U loof ik hier op aarde
die mijn leven steeds bewaarde
voor de diepte van de dood.
In uw liefde bent U groot.

4. HEER, een terroristenbende
stort mijn leven in ellende.
God, zij hebben U ontkend,
U die trouw en liefde bent.
Help mij, HEER, geef mij een teken,
laat uw goedheid niet ontbreken:
laat mijn vijanden toch zien
wie de God is die ik dien.

1. Hoor mij, HEER, blijf toch niet zwijgen.
Roep ik, laat me antwoord krijgen.
Ik ben uitgeput en arm,
radeloos sla ik alarm.
Ik ben U toch trouw gebleven?
Breng dan vreugde in mijn leven.
Zie mij aandie ene vraag
stijgt voortdurend op vandaag.

2. Goed bent U, aanbiddenswaardig,
graag vergevend en hulpvaardig.
Luister, luister naar mij, HEER,
want ik zie geen uitweg meer.
Geen god kan zich met U meten.
Alle volken zullen weten,
schepper, wat U hebt gedaan
als zij door de knieën gaan.

3. Groot bent U, uw wonderdaden
laten zich door niemand raden.
Geef dan dat ik op uw weg
mijn ontzag U niet ontzeg.
Ja, U loof ik hier op aarde
die mijn leven steeds bewaarde
voor de diepte van de dood.
In uw liefde bent U groot.

4. HEER, een terroristenbende
stort mijn leven in ellende.
God, zij hebben U ontkend,
U die trouw en liefde bent.
Help mij, HEER, geef mij een teken,
laat uw goedheid niet ontbreken:
laat mijn vijanden toch zien
wie de God is die ik dien.

Tekst: Ria Borkent

© Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

Gebruik in diensten

Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.

Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7071294 bij uw rapportage aan CCLi.

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets van deze psalm.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)


Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)

Melodie

Zetting Claude Goudimel, gespeeld door Dick Sanderman via Hauptwerk sampleset Zwolle

Alternatieve melodieën

Deze psalm heeft dezelfde melodie als Psalm 77

1. Neig, o HEER', Uw gunstig' oren,
Om mij in mijn angst te horen.
'k Ben ellendig, diep in nood,
Gans van heul en hulp ontbloot;
Hoed mijn ziel, Gij zijt almachtig,
En ik ben Uw gunst deelachtig.
O mijn God, die mij aanschouwt,
Red Uw knecht, die U vertrouwt.

2. Wie toch is, als Gij, weldadig?
Wees mij dan, o HEER', genadig;
Want mijn roepen en geklag
Klimt tot U den gansen dag.
Wil de ziel Uws knechts verblijden;
Ondersteun hem in zijn lijden;
Want ik hef mijn hart en oog,
Trouwe God, tot U omhoog.

3. HEER', door goedheid aangedreven,
Zijt Gij mild in 't schuldvergeven.
Wie U aanroept in den nood,
Vindt Uw gunst oneindig groot.
HEER', neem mijn gebed ter oren;
Wil naar mijne smeking horen;
Merk naar Uw goedgunstigheen,
Op de stem van mijn gebeen.

4. 'k Ben gewoon, in bange dagen,
Mijn benauwdheid U te klagen;
Gij toch, Die d' ellenden ziet,
Hoort mij, en verstoot mij niet.
HEER', wat goon de heid'nen roemen,
Niemand is bij U te noemen;
Daden, als Uw grote daan,
Treft men nergens elders aan.

5. Al de heid'nen door Uw handen
Voortgebracht in alle landen,
Zullen tot U komen, HEER',
Bukken voor Uw aanschijn neer,
En Uw Naam ter ere leven.
Gij zijt groot en hoog verheven;
Gij doet duizend wonderheen:
Gij zijt God, ja Gij alleen.

6. Leer mij naar Uw wil te hand'len,
'k Zal dan in Uw waarheid wand'len;
Neig mijn hart, en voeg het saam,
Tot de vrees van Uwen Naam.
HEER', mijn God, ik zal U loven,
Heffen 't ganse hart naar boven;
'k Zal Uw Naam en majesteit
Eren tot in eeuwigheid.

7. Want Uw goedheid, hoogst gerezen,
Hebt Gij dikwijls mij bewezen,
En mijn ziel, hoezeer verdrukt,
Uit het diepst van 't graf gerukt.
O mijn God, de trotsaards spannen
Boos te zamen met tirannen,
Tot mijn dood en zielsverdriet.
Zij ontzien Uw hoogheid niet.

8. Maar Gij, HEER, Gij zijt lankmoedig,
Zeer barmhartigig, overvloedig
In gena, die ons behoedt,
Groot van waarheid, eind'loos goed.
Wend U tot mijn ziel genadig;
Sterk Uw knecht, en geef weldadig
Ondersteuning aan den zoon
Uwer dienstmaagd, van den troon.

9. Doe een teken mij ten goede,
Dat mijn haters in hun woede
Mogen zien, hoe, tot hun spijt,
Gij mij troost, en mij bevrijdt.

1. O Heer, open mij Uw oren,
Wil mij goediglijk verhoren;
Want ik vermag gans niet meer,
Benauwd zijnde nu zo zeer;
Wil toch mijn leven bevrijden,
Ik wil weldoen met verblijden;
Bewaar toch Uwen knecht vroed,
Die U vertrouwt, o Heer goed!

2. Wil mij, Heer, genadig wezen,
Naar Uwe goedheid geprezen,
Die U bidde met ootmoed,
En daag'lijks valle te voet,
Verheug nu Uwen knecht klachtig,
Die U Heer, aanroept aandachtig;
Want ik heffe 't hart allein
Tot U in den nood niet klein.

3. Gij zijt, Heer, vriend'lijk en goedig,
Barmhartig en zeer lankmoedig,
Dengenen die tot U gaan
En in den nood roepen aan.
Verhoor mij, Heer uitverkoren!
Laat mijn stem U komen voren;
Versta mijn klachten zeer zwaar,
Want 't is meer dan tijd voorwaar.

4. Als ik ben in nood en kwaden,
Tot U schrei ik zeer beladen;
Omdat Gij verhoort altijd
Mijn stem en maakt mij verblijd.
Bij U, o Heer des aardrijken,
Is geen God te vergelijken,
Daar is ook niemand zo koen,
Die Uw werken kan nadoen.

5. Alle volken, die Gij krachtig
Hebt geschapen, Heer almachtig!
Zullen vereren te zaam
En groot maken Uwen Naam.
Gij zijt groot, niet om versterken
En doet wonderlijke werken;
Gij hebt den naam breed en wijd,
Dat Gij alleen een God zijt.

6. Uw wegen wil mij toch leren,
Dat ik recht ga t' Uwer ere;
Opdat Gij van mij ook meest
Ten rechten moogt zijn gevreesd.
Ik wil U, Heer hoog verheven,
Altijd prijs en ere geven;
Ik wil Uwen Naam zeer klaar
Groot maken in 't openbaar.

7. Gij hebt, uit louter genaden,
Mij bewezen veel weldaden,
En mij verlost uit den nood
Der helle en van den dood.
Heer! de wreed' onder hen allen
Met kracht mij gans overvallen,
Naar mijn leven zij al staan
Zonder U te merken aan.

8. Maar Gij zijt goed en genadig,
Barmhartig ende weldadig,
Lankmoedig tot toornigheid,
Bestendig in der waarheid.
Wil mij goedigljk aanschouwen,
Sterk mij ook in dit benauwen,
Help mij en maak onversaagd
Den knecht van Uwe dienstmaagd.

9. Wil mij toch een teken geven,
Opdat mijn vijanden beven,
Als zij zien zullen, Heer mild,
Dat Gij mij steeds bijstaan wilt.

1. Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden,
zie mijn bittere ellende.
Hoed mijn leven, U gewijd,
stel uw knecht in veiligheid.
Heer mijn God, wees mij genadig,
want ik roep tot U gestadig.
Stel mij in het blijde licht,
want ik zoek uw aangezicht.

2. Ja tot U hef ik mijn leven,
Gij zijt mild om te vergeven,
rijk in goedertierenheid
voor een hart dat tot U schreit.
Heer, neem mijn gebed ter ore,
wil mijn luide smeken horen.
In het bitterste getij
roep ik en Gij antwoordt mij.

3. Allen die als goden blonken
zijn bij U in 't niet gezonken.
Niets kan bij uw werk bestaan.
Heel de wereld roept U aan.
Alle volken komen samen,
die Gij schept en roept bij name,
buigen voor uw zetel neer,
brengen uwen naam de eer.

4. Leer mij naar uw wil te hand'len,
laat mij in uw waarheid wand'len.
Voeg geheel mijn hart tezaam
tot de vrees van uwen naam.
Heer mijn God, ik zal U loven,
heffen 't ganse hart naar boven.
Ja, uw naam en majesteit
loof ik tot in eeuwigheid.

5. Gij zijt groot en zeer verheven,
Gij doet wondren aan ons leven.
Gij zijt God, ja Gij alleen,
goedertieren om ons heen.
Heer, Gij hebt mij aangenomen,
mij weer tot het licht doen komen
uit de diepten van de dood.
Ja, uw goedheid is zeer groot.

6. Zie, o God, de trotse bende
die mijn leven tracht te schenden,
die in mateloos geweld
U zich niet voor ogen stelt.
Kome, Heer, mij uw genade,
uw barmhartigheid te stade.
Trouw zijt Gij in wat Gij doet,
Gij zijt onvoorstelbaar goed.

7. Laat mij leven voor uw ogen,
sterk uw knecht door uw vermogen.
Maak Gijzelf voor hem vrij baan,
die U dient van jongsaf aan.
Toon uw hulp mij door een teken,
dat mijn vijanden verbleken,
als zij zien dat Gij het zijt,
die mij troost en mij bevrijdt.

1. Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden,
zie mijn bittere ellende.
Hoed mijn leven, U gewijd,
stel uw knecht in veiligheid.
Heer mijn God, wees mij genadig,
want ik roep tot U gestadig.
Stel mij in het blijde licht,
want ik zoek uw aangezicht.

2. Ja tot U hef ik mijn leven,
Gij zijt mild om te vergeven,
rijk in goedertierenheid
voor een hart dat tot U schreit.
Heer, neem mijn gebed ter ore,
wil mijn luide smeken horen.
In het bitterste getij
roep ik en Gij antwoordt mij.

3. Allen die als goden blonken
zijn bij U in 't niet gezonken.
Niets kan bij uw werk bestaan.
Heel de wereld roept U aan.
Alle volken komen samen,
die Gij schept en roept bij name,
buigen voor uw zetel neer,
brengen uwen naam de eer.

4. Leer mij naar uw wil te handlen,
laat mij in uw waarheid wandlen.
Voeg geheel mijn hart tezaam
tot de vrees van uwen naam.
Heer mijn God, ik zal U loven,
heffen 't ganse hart naar boven.
Ja, uw naam en majesteit
loof ik tot in eeuwigheid.

5. Gij zijt groot en zeer verheven,
Gij doet wondren aan ons leven.
Gij zijt God, ja Gij alleen,
goedertieren om ons heen.
Heer, Gij hebt mij aangenomen,
mij weer tot het licht doen komen
uit de diepten van de dood.
Ja, uw goedheid is zeer groot.

6. Zie, o God, de trotse bende
die mijn leven tracht te schenden,
die in mateloos geweld
U zich niet voor ogen stelt.
Kome, Heer, mij uw genade,
uw barmhartigheid te stade.
Trouw zijt Gij in wat Gij doet,
Gij zijt onvoorstelbaar goed.

7. Laat mij leven voor uw ogen,
sterk uw knecht door uw vermogen.
Maak Gijzelf voor hem vrij baan,
die U dient van jongs af aan.
Toon uw hulp mij door een teken,
dat mijn vijanden verbleken,
als zij zien dat Gij het zijt,
die mij troost en mij bevrijdt.

Bijbelteksten

Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.

Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.