ND: Zing in het gezin De Nieuwe Psalmberijming. Er gaat een wereld voor je open
David de Jong | predikant in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en musicus
Het opvallendste kenmerk van Hebreeuwse poëzie is het parallellisme: ‘Loof de HEERE, mijn ziel // en al wat binnen in mij is, Zijn heilige naam.’ In dit voorbeeld betekenen de beide vershelften min of meer hetzelfde. Min of meer, want door hetzelfde net iets anders te zeggen, werpt vers b nieuw licht op vers a. Om te verstaan wat de dichter wil zeggen, moet je tussen de beide regels door luisteren.
In een psalmberijming is rijm het opvallendste kenmerk. Niet de inhoud, maar de vorm van de regels rijmt. Moet je nu, om een psalm recht te doen, beide Hebreeuwse regels op rijm zetten of moet je proberen de betekenis van die beide Hebreeuwse regels in één Nederlandse regel te vangen? Je zou, wat generaliserend, kunnen zeggen dat in de berijmingen uit 1773 en 1973 de eerste methode gevolgd is en in De Nieuwe Psalmberijming de tweede.
Lees hier het hele artikel in het Nederlands Dagblad