De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.
(gratis verzending binnen Nederland)
Ga direct naar psalm
Zoek op tekst:
Zoek op gelegenheid:
1. Mijn ogen kijken naar omhoog.
Ik zie de bergen staan,
daar komt mijn hulp vandaan,
daar houdt de HEER mij in het oog;
Hij maakte en bewaarde
de hemel en de aarde.
2. Hij laat je voeten veilig gaan.
Als jij obstakels ziet:
je helper sluimert niet.
Hij slaapt niet, nee, Hij kijkt je aan
en laat zijn steun ervaren.
Hij zal zijn volk bewaren.
3. De HEER zal steeds je helper zijn;
zijn schaduw, zo dichtbij,
blijft aan je rechterzij.
De zon en maan doen je geen pijn.
De HEER zal alle dagen
en in de nacht jou dragen.
4. De HEER bewaart je voor het kwaad.
Je ziel, je leven zal
bewaard zijn, overal.
Waar je ook komt of waar je gaat –
voor nu en na dit leven
zal Hij bescherming geven.
1. Mijn ogen kijken naar omhoog.
Ik zie de bergen staan,
daar komt mijn hulp vandaan,
daar houdt de HEER mij in het oog;
Hij maakte en bewaarde
de hemel en de aarde.
2. Hij laat je voeten veilig gaan.
Als jij obstakels ziet:
je helper sluimert niet.
Hij slaapt niet, nee, Hij kijkt je aan
en laat zijn steun ervaren.
Hij zal zijn volk bewaren.
3. De HEER zal steeds je helper zijn;
zijn schaduw, zo dichtbij,
blijft aan je rechterzij.
De zon en maan doen je geen pijn.
De HEER zal alle dagen
en in de nacht jou dragen.
4. De HEER bewaart je voor het kwaad.
Je ziel, je leven zal
bewaard zijn, overal.
Waar je ook komt of waar je gaat –
voor nu en na dit leven
zal Hij bescherming geven.
1. Mijn ogen kijken naar omhoog.
Ik zie de bergen staan,
daar komt mijn hulp vandaan,
daar houdt de HEER mij in het oog;
Hij maakte en bewaarde
de hemel en de aarde.
2. Hij laat je voeten veilig gaan.
Als jij obstakels ziet:
je helper sluimert niet.
Hij slaapt niet, nee, Hij kijkt je aan
en laat zijn steun ervaren.
Hij zal zijn volk bewaren.
3. De HEER zal steeds je helper zijn;
zijn schaduw, zo dichtbij,
blijft aan je rechterzij.
De zon en maan doen je geen pijn.
De HEER zal alle dagen
en in de nacht jou dragen.
4. De HEER bewaart je voor het kwaad.
Je ziel, je leven zal
bewaard zijn, overal.
Waar je ook komt of waar je gaat –
voor nu en na dit leven
zal Hij bescherming geven.
1. Mijn ogen kijken naar omhoog.
Ik zie de bergen staan,
daar komt mijn hulp vandaan,
daar houdt de HEER mij in het oog;
Hij maakte en bewaarde
de hemel en de aarde.
2. Hij laat je voeten veilig gaan.
Als jij obstakels ziet:
je helper sluimert niet.
Hij slaapt niet, nee, Hij kijkt je aan
en laat zijn steun ervaren.
Hij zal zijn volk bewaren.
3. De HEER zal steeds je helper zijn;
zijn schaduw, zo dichtbij,
blijft aan je rechterzij.
De zon en maan doen je geen pijn.
De HEER zal alle dagen
en in de nacht jou dragen.
4. De HEER bewaart je voor het kwaad.
Je ziel, je leven zal
bewaard zijn, overal.
Waar je ook komt of waar je gaat –
voor nu en na dit leven
zal Hij bescherming geven.
Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.
Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7066971 bij uw rapportage aan CCLi.
Download hieronder de beamsheets van deze psalm.
Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)
Beamsheets witte achtergrond (16:9)
Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)
1. 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen,
Vanwaar ik dag en nacht
Des Hoogsten bijstand wacht.
Mijn hulp is van den HEER' alleen,
Die hemel, zee en aarde,
Eerst schiep, en sinds bewaarde.
2. Hij is al treft u 't felst verdriet,
Uw Wachter, die uw voet
Voor wankelen behoedt;
Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;
Geen kwaad zal u genaken;
De HEER' zal u bewaken.
3. Zijn wacht, waarop men hopen mag,
Zal, daar zij u bedekt
En u ter schaduw strekt,
De maan bij nacht, de zon bij dag,
In koud' en gloed vermind'ren,
Opdat zij u niet hind'ren.
4. De HEER' zal u steeds gadeslaan,
Opdat Hij in gevaar,
Uw ziel voor ramp bewaar'.
De HEER', 't zij g' in of uit moogt gaan,
En waar g' u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig u behoeden.
1. Tot de bergen hef ik op mijn
Ogen, ende vandaar
Verwacht ik hulp eenpaar.
Maar op God Die gemaakt heeft fijn
Hemel en aard' in 't ronde,
Wil ik mij vast'lijk gronden.
2. God zal niet laten uwen voet
Struikelen, want altijd
Waakt Hij en u bevrijdt.
Hij slaapt niet, Die Israël hoedt,
Maar waakt aan alle zijden,
En sluimt tot genen tijden.
3. God zal van boven u bijstaan,
Die u ter rechterhand
Staat tot uwen bijstand,
's Daags zal u de zonne niet slaan,
De mane koud met schaden,
Zal u 's nachts niet beladen.
4. God behoedt u voortaan van kwaad;
Hij zal uw ziel voorwaar
Behoeden voor gevaar;
En als gij uit- of ook ingaat,
Zal Hij u steeds bevrijden
En met gaven verblijden.
1. Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan,
waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn Here, die
dit alles heeft geschapen.
Mijn herder zal niet slapen.
2. Uw wank'le voeten zet Hij vast,
als gij geen uitkomst ziet:
uw wachter sluimert niet!
Zijn oog wordt door geen slaap verrast,
Hij wil, als steeds voor dezen,
Israël wachter wezen.
3. De Heer brengt al uw heil tot stand,
des daags en in de nacht
houdt Hij voor u de wacht.
uw schaduw aan uw rechterhand;
de zon zal U niet schaden,
de maan doet niets ten kwade.
4. De Heer zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed,
Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren,
in eeuwigheid bewaren.
1. Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan,
waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn Here, die
dit alles heeft geschapen.
Mijn herder zal niet slapen.
2. Uw wankle voeten zet Hij vast,
als gij geen uitkomst ziet:
uw wachter sluimert niet!
Zijn oog wordt door geen slaap verrast,
Hij wil, als steeds voor dezen,
Israëls wachter wezen.
3. De Heer brengt al uw heil tot stand,
des daags en in de nacht
houdt Hij voor u de wacht.
Uw schaduw aan uw rechterhand:
de zon zal u niet schaden,
de maan doet niets ten kwade.
4. De Heer zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed,
Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren,
in eeuwigheid bewaren.
Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.
Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.