Bundel De NieuwepsalmberijmingBestel nu

BUNDEL DE NIEUWE PSALMBERIJMING

De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.

Prijs: € 22,99

(gratis verzending binnen Nederland)

Ga direct naar psalm

Zoek op tekst:

Zoek op gelegenheid:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

 

Psalm 36

1. De goddeloze hoort een stem:
vanbinnen spreekt het kwaad tot hem.
Gods wet is hij vergeten.
Zijn hart is met verderf gevuld.
Hij heeft geen inzicht in zijn schuld.
Hij speelt met zijn geweten.
Wanneer hij ’s nachts zijn ogen sluit
broedt hij nog slechte plannen uit.
Hij kiest verkeerde wegen.
Hij wijst verblind en arrogant
een eerlijk leven van de hand.
Hij gaat het kwaad niet tegen.

2. Uw liefde raakt het hemelblauw.
Tot in de wolken reikt uw trouw.
Geen mens kan U doorgronden.
Uw oordeel is onpeilbaar diep.
U zorgt voor alles wat U schiep;
uw trouw wijkt geen seconde.
Uw liefde, God, maakt rijk en blij!
Hier in uw huis genieten wij
van wat U ons wilt geven.
Uw bron schenkt aan wie dorstig is
het levend water, helder, fris.
Uw licht verlicht ons leven.

3. Laat zien aan wie uw macht erkent
dat U een God van liefde bent;
doe recht aan de oprechten.
Bewijs dat U van kwaad bevrijdt
door goedheid en rechtvaardigheid,
dat U voor mij wilt vechten.
Verwaande mensen zoeken mij.
Ze komen stampend dichterbij;
ze willen mij verjagen.
Maar U komt mij te hulp gesneld.
Daar ligt de vijand, uitgeteld.
Hij is totaal verslagen.

1. De goddeloze hoort een stem:
vanbinnen spreekt het kwaad tot hem.
Gods wet is hij vergeten.
Zijn hart is met verderf gevuld.
Hij heeft geen inzicht in zijn schuld.
Hij speelt met zijn geweten.
Wanneer hij ’s nachts zijn ogen sluit
broedt hij nog slechte plannen uit.
Hij kiest verkeerde wegen.
Hij wijst verblind en arrogant
een eerlijk leven van de hand.
Hij gaat het kwaad niet tegen.

2. Uw liefde raakt het hemelblauw.
Tot in de wolken reikt uw trouw.
Geen mens kan U doorgronden.
Uw oordeel is onpeilbaar diep.
U zorgt voor alles wat U schiep;
uw trouw wijkt geen seconde.
Uw liefde, God, maakt rijk en blij!
Hier in uw huis genieten wij
van wat U ons wilt geven.
Uw bron schenkt aan wie dorstig is
het levend water, helder, fris.
Uw licht verlicht ons leven.

3. Laat zien aan wie uw macht erkent
dat U een God van liefde bent;
doe recht aan de oprechten.
Bewijs dat U van kwaad bevrijdt
door goedheid en rechtvaardigheid,
dat U voor mij wilt vechten.
Verwaande mensen zoeken mij.
Ze komen stampend dichterbij;
ze willen mij verjagen.
Maar U komt mij te hulp gesneld.
Daar ligt de vijand, uitgeteld.
Hij is totaal verslagen.

Open deze psalm in de app van DNP

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

De nieuwe psalmberijming

1. De goddeloze hoort een stem:
vanbinnen spreekt het kwaad tot hem.
Gods wet is hij vergeten.
Zijn hart is met verderf gevuld.
Hij heeft geen inzicht in zijn schuld.
Hij speelt met zijn geweten.
Wanneer hij ’s nachts zijn ogen sluit
broedt hij nog slechte plannen uit.
Hij kiest verkeerde wegen.
Hij wijst verblind en arrogant
een eerlijk leven van de hand.
Hij gaat het kwaad niet tegen.

2. Uw liefde raakt het hemelblauw.
Tot in de wolken reikt uw trouw.
Geen mens kan U doorgronden.
Uw oordeel is onpeilbaar diep.
U zorgt voor alles wat U schiep;
uw trouw wijkt geen seconde.
Uw liefde, God, maakt rijk en blij!
Hier in uw huis genieten wij
van wat U ons wilt geven.
Uw bron schenkt aan wie dorstig is
het levend water, helder, fris.
Uw licht verlicht ons leven.

3. Laat zien aan wie uw macht erkent
dat U een God van liefde bent;
doe recht aan de oprechten.
Bewijs dat U van kwaad bevrijdt
door goedheid en rechtvaardigheid,
dat U voor mij wilt vechten.
Verwaande mensen zoeken mij.
Ze komen stampend dichterbij;
ze willen mij verjagen.
Maar U komt mij te hulp gesneld.
Daar ligt de vijand, uitgeteld.
Hij is totaal verslagen.

1. De goddeloze hoort een stem:
vanbinnen spreekt het kwaad tot hem.
Gods wet is hij vergeten.
Zijn hart is met verderf gevuld.
Hij heeft geen inzicht in zijn schuld.
Hij speelt met zijn geweten.
Wanneer hij ’s nachts zijn ogen sluit
broedt hij nog slechte plannen uit.
Hij kiest verkeerde wegen.
Hij wijst verblind en arrogant
een eerlijk leven van de hand.
Hij gaat het kwaad niet tegen.

2. Uw liefde raakt het hemelblauw.
Tot in de wolken reikt uw trouw.
Geen mens kan U doorgronden.
Uw oordeel is onpeilbaar diep.
U zorgt voor alles wat U schiep;
uw trouw wijkt geen seconde.
Uw liefde, God, maakt rijk en blij!
Hier in uw huis genieten wij
van wat U ons wilt geven.
Uw bron schenkt aan wie dorstig is
het levend water, helder, fris.
Uw licht verlicht ons leven.

3. Laat zien aan wie uw macht erkent
dat U een God van liefde bent;
doe recht aan de oprechten.
Bewijs dat U van kwaad bevrijdt
door goedheid en rechtvaardigheid,
dat U voor mij wilt vechten.
Verwaande mensen zoeken mij.
Ze komen stampend dichterbij;
ze willen mij verjagen.
Maar U komt mij te hulp gesneld.
Daar ligt de vijand, uitgeteld.
Hij is totaal verslagen.

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

Gebruik in diensten

Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.

Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7071263 bij uw rapportage aan CCLi.

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets van deze psalm.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)


Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)

Melodie

Zetting Claude Goudimel, gespeeld door Dick Sanderman via Hauptwerk sampleset Zwolle

Alternatieve melodieën

Deze psalm heeft dezelfde melodie als Psalm 68

Video-opname

1. Het trots gedrag des bozen doet
Mij spreken in 't beklemd gemoed:
"Gods vrees is uit zijn ogen,"
Wijl hij zolang zichzelven vleit,
Tot God zijn ongerechtigheid
Niet langer kan gedogen.
Bedrog en onrecht spreekt zijn mond:
't Verstand laat na, den waren grond
Van 't weldoen op te merken;
Des nachts is 't kwaad zijn overleg.
Hij stelt zich op een bozen weg,
En schuwt geen snode werken.

2. Uw goedheid, HEER', is hemelhoog,
Uw waarheid tot den wolkenboog,
Uw recht is als Gods bergen,
Uw oordeel grond'loos; Gij behoedt,
En zegent mens en beest, en doet
Uw hulp nooit vrucht'loos vergen.
Hoe groot is Uw goedgunstigheid,
Hoe zijn Uw vleug'len uitgebreid!
Hier wordt de rust geschonken;
Hier 't vette van Uw huis gesmaakt.
Een volle beek van wellust maakt,
Hier elk in liefde dronken.

3. Bij, U, HEER', is de levensbron;
Uw licht doet, klaarder dan de zon,
Ons 't heug'lijk licht aanschouwen.
Wees, die U kennen, mild en goed,
En toon d' oprechten van gemoed
Uw recht, waar z' op vertrouwen.
Dat mij nooit trotse voet vertrapp',
Noch boze hand in ballingschap
Ellendig om doe zwerven.
Daar zijn de werkers van het kwaad
Gevallen in een jammerstaat,
Waarin zij hulp'loos sterven.

1. Des boosdoeners wille zeer kwaad
Getuigt zekerlijk metterdaad,
Dat hij niet vreest den Heere;
Want hij hem in 't boze behaagt
't Welk hij noch hatet, noch beklaagt,
Maar spot de vrome zere.
Zeer schaad'lijk is de lere zijn,
Vol van leugen ende venijn,
En hij laat hem niet leren;
Des nachts denkt hij niet dan schalkheid,
Hij wil blijven in de boosheid,
En van geen kwaad hem keren.

2. Heer, Uw goedheid en Uw woord waar
Tot der lucht en den hemel klaar
Hen strekken naar ons wensen;
Uw oordeel vast als een berg staat,
Uw recht diep als een afgrond gaat,
Gij behoedt vee en mensen.
Hoe groot is Uw goedheid eenpaar
Hun, die onder Uw vleug'len haar
Te begeven gedinken!
Haar begeert' vervult Gij met goed,
En aan Uwer wellusten vloed
Voert Gij die, dat ze drinken.

3. In U is des levens fontein,
En Uw klaarheid geeft ons allein
Licht en verstand om merken.
Over de harten onbevlekt
Uw goedigheid, o Heere, strekt.
Die steeds schijnt in Uw werken.
Dat mij de voet des mensen wreed
Niet en vertreed' en mij geen leed
En doe; noch sla mits dezen.
Hoe de bozen vergaan toch ziet;
Zij blijven in eeuwig verdriet,
Zonder verlost te wezen.

1. De zonde die de zondaars vleit
doet zacht en vol arglistigheid
diep in hun hart zich horen.
Zij vrezen niet voor God den Heer,
en hun geweten spreekt niet meer,
zij zijn aan 't kwaad verloren.
Vol list en leugen is hun woord,
zij laten door de schijn bekoord
wat goed is achterwege.
Bij nacht nog zinnen zij op kwaad,
zij hebben hun verdorven staat,
de boosheid lief gekregen.

2. Uw heil is als de hemel hoog,
uw trouw verheft zich voor ons oog
tot in de hoogste wolken.
Uw recht is als de bergen vast,
uw oordeel als de vloed die wast,
tot schrik voor alle volken.
Uw gunst alleen maakt waarlijk vrij,
ja, over mens en dier wilt Gij
alom uw vleug'len spreiden.
Bij U te wonen, Heer, is goed,
met spijs en drank in overvloed
wilt Gij ons hart verblijden.

3. Bij U, Heer, is de levensbron,
Gij doet ons klaarder dan de zon
het licht der wereld schouwen.
Schenk toch uw heil dat leven doet
en wees voor wie U kennen goed,
bevestig ons vertrouwen.
geef dat ik niet door 't ruw geweld
der goddelozen word geveld,
beschaam hun trotse zielen.
Maar zie, daar storten zij al neer,
men stoot ze om, zij zijn niet meer:
zij liggen, waar zij vielen.

1. De zonde spreekt haar vleiend woord,
waarnaar de boze gaarne hoort,
want hij wil God niet vrezen.
't Is enkel kwaad wat hij beoogt.
Hij denkt dat God het wel gedoogt
en niet vertoornd zal wezen.
Zijn mond is vol gemeen bedrog,
ook 's nachts beraamt hij 't onheil nog,
hij weigert goed te handlen.
De zonde lokt hem al maar voort;
dit is de weg die hem bekoort:
hij wil in 't kwade wandlen.

2. Uw goedheid, Heer, is hemelhoog,
uw trouw reikt tot de wolkenboog,
uw recht is hoog verheven.
Uw oordeel is onpeilbaar diep,
U, Here God, die alles schiep,
houdt mens en dier in leven.
Groot is uw goedheid, trouwe God!
Ja, mensenkindren vluchten tot
de schaduw van uw vleuglen.
Wie bij U woont, Heer, heeft het goed.
U laaft hem met uw overvloed:
een stroom van louter vreugden.

3. Bij U, Heer, is de levensbron,
uw licht doet, klaarder dan de zon,
ons 't ware licht aanschouwen.
Bestendig uw gerechtigheid,
uw gunst en goedertierenheid,
voor wie op U vertrouwen.
Bewaar mij voor de trotse voet,
verhinder dat ik vluchten moet
voor goddeloze handen.
Maar zie, de bozen storten neer
en opstaan kunnen zij niet meer:
zij sterven in hun schande.

Bijbelteksten

Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.

Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.