Deze psalm bepaalt ons erbij, dat de HEER de God van Jakob is. Met dat volk had en heeft Hij een bijzonder plan. Ps.114 belijdt deze God als een God van wonderen, wiens werk niet te keren valt. Alles is aan Hem ondergeschikt, ook wat wij onpersoonlijk ‘de natuur’ noemen, maar die in Israël als een schepping gezien werd die dagelijks van God afhankelijk was. Heel het land wordt opgeroepen voor Hem te beven uit ontzag. Dit kan in het heden veralgemeniseerd worden naar heel de wereld en alle mensen. In Ps.96 en 98 wordt de reactie van de natuur op de macht van God ook direct verbonden met de gepaste reactie van de mensen: ‘voor het aangezicht van de HEER, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid’ (Ps.98:9). Het past ons ook eerbied te hebben voor zijn macht. Als christenen mogen we deze God in Christus echter ook kennen als Redder. Hij heeft destijds het huis van Jakob gered uit Egypte en redt nog steeds mensen in allerlei opzichten. De vijanden moeten beven (vs.7) maar de gelovigen mogen en moeten op God vertrouwen. (bron: Studiebijbel).
We gebruiken cookies voor bijvoorbeeld Google Analytics en social media knoppen. Als je verder surft accepteer je onze cookies. Ja, primaNee, liever niet