Bundel De NieuwepsalmberijmingBestel nu

BUNDEL DE NIEUWE PSALMBERIJMING

De Nieuwe Psalmberijming bevat een nieuwe, eigentijdse berijming van alle 150 psalmen op de Geneefse melodieën.

Prijs: € 22,99

(gratis verzending binnen Nederland)

Ga direct naar psalm

Zoek op tekst:

Zoek op gelegenheid:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief:

 

Psalm 137

1. In Babel treurden wij bij de rivieren.
Aan wilgentakken hingen onze lieren.
Bewakers vroegen met een stem vol spot:
‘Bezing nog eens die stad van jullie God.’
Hoe konden zij een lied van ons verlangen?
We zaten daar op vreemde grond gevangen.

2. Als ik van jou, mijn stad, niets meer wil weten,
laat dan mijn hand de snaren maar vergeten.
Laat mij maar verder leven zonder stem,
als ik niet denk aan jou, Jeruzalem.
Ik ben bereid om alles op te geven
voor jou, de grote liefde van mijn leven.

3. Bedenk toch, HEER, hoe eens de Edomieten
uw stad als een ruïne achterlieten.
Jouw einde, Babel, komt ook snel in zicht.
Geprezen hij die jou te gronde richt,
die jou laat boeten voor je wrede daden;
zelfs voor de kleinsten is er geen genade.

1. In Babel treurden wij bij de rivieren.
Aan wilgentakken hingen onze lieren.
Bewakers vroegen met een stem vol spot:
‘Bezing nog eens die stad van jullie God.’
Hoe konden zij een lied van ons verlangen?
We zaten daar op vreemde grond gevangen.

2. Als ik van jou, mijn stad, niets meer wil weten,
laat dan mijn hand de snaren maar vergeten.
Laat mij maar verder leven zonder stem,
als ik niet denk aan jou, Jeruzalem.
Ik ben bereid om alles op te geven
voor jou, de grote liefde van mijn leven.

3. Bedenk toch, HEER, hoe eens de Edomieten
uw stad als een ruïne achterlieten.
Jouw einde, Babel, komt ook snel in zicht.
Geprezen hij die jou te gronde richt,
die jou laat boeten voor je wrede daden;
zelfs voor de kleinsten is er geen genade.

Open deze psalm in de app van DNP

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

De nieuwe psalmberijming

1. In Babel treurden wij bij de rivieren.
Aan wilgentakken hingen onze lieren.
Bewakers vroegen met een stem vol spot:
‘Bezing nog eens die stad van jullie God.’
Hoe konden zij een lied van ons verlangen?
We zaten daar op vreemde grond gevangen.

2. Als ik van jou, mijn stad, niets meer wil weten,
laat dan mijn hand de snaren maar vergeten.
Laat mij maar verder leven zonder stem,
als ik niet denk aan jou, Jeruzalem.
Ik ben bereid om alles op te geven
voor jou, de grote liefde van mijn leven.

3. Bedenk toch, HEER, hoe eens de Edomieten
uw stad als een ruïne achterlieten.
Jouw einde, Babel, komt ook snel in zicht.
Geprezen hij die jou te gronde richt,
die jou laat boeten voor je wrede daden;
zelfs voor de kleinsten is er geen genade.

1. In Babel treurden wij bij de rivieren.
Aan wilgentakken hingen onze lieren.
Bewakers vroegen met een stem vol spot:
‘Bezing nog eens die stad van jullie God.’
Hoe konden zij een lied van ons verlangen?
We zaten daar op vreemde grond gevangen.

2. Als ik van jou, mijn stad, niets meer wil weten,
laat dan mijn hand de snaren maar vergeten.
Laat mij maar verder leven zonder stem,
als ik niet denk aan jou, Jeruzalem.
Ik ben bereid om alles op te geven
voor jou, de grote liefde van mijn leven.

3. Bedenk toch, HEER, hoe eens de Edomieten
uw stad als een ruïne achterlieten.
Jouw einde, Babel, komt ook snel in zicht.
Geprezen hij die jou te gronde richt,
die jou laat boeten voor je wrede daden;
zelfs voor de kleinsten is er geen genade.

Tekst: Jan Pieter Kuijper

© Small Stone Media t/a Dicht bij de Bijbel
Alle rechten voorbehouden

Gebruik in diensten

Wij willen u aanmoedigen de psalmen van De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te zingen, uit te voeren, teksten af te drukken en/of liedteksten te projecteren.

Wij verwachten wel dat u een CCLi Licentie heeft afgesloten. Voor meer informatie CCLi Benelux. Gebruik voor deze psalm liednummer 7071328 bij uw rapportage aan CCLi.

Beamsheets

Download hieronder de beamsheets van deze psalm.

Beamsheets witte achtergrond (4:3)
Beamsheets zwarte achtergrond (4:3)


Beamsheets witte achtergrond (16:9)

Beamsheets zwarte achtergrond (16:9)

Melodie

Zetting Claude Goudimel, gespeeld door Dick Sanderman via Hauptwerk sampleset Zwolle

Alternatieve melodieën

Deze psalm kan ook gezongen worden op de melodie van:
- ZidT 24 ‘’s Nachts als er duizenden sterren verschijnen (Dromen in de nacht)’

1. Wij zaten neer, wij weenden langs de zomen
Van Babylons wijd uitgebreide stromen.
Elk stortte daar zijn bitt're jammerklacht,
Als hij met smart aan 't heilig Sion dacht.
Elk, wars van vreugd en vrolijke gezangen,
Liet daar zijn harp aan somb're wilgen hangen.

2. De vijand dorst, bij al ons leed, ons tergen,
't Gevangen volk, in zijne jamm'ren, vergen;
Dat elk zijn hart, schoon overstelpt, bedwong,
En een gezang uit Sions lied'ren zong.
"Hoe zou"( zeid' elk) "ons , die in rampen zwoegen,
In 't vreemd gewest een lied des HEEREN voegen?"

3. Jeruzalem, dat, zo ik u vergete,
Mijn rechterhand niet van zichzelve wete;
Dat mijne tong aan mijn gehemelt' kleev',
Indien ik u niet steeds mijn achting geev';
Zo ramp of leed mijn hart van Sion scheure,
En ik Gods stad mijn hoogste vreugd niet keure.

4. Gedenk, o HEER', gedenk aan d' Edomieten,
Aan Salems dag, toen wij ons land verlieten,
Dien bitt'ren dag, zo vol van grievend leed.
Gedenk aan hen, die zo ontaard en wreed
Nog zeiden, toen z' ons zagen overvallen;
"Ontbloot, ontbloot ten grondslag toe hun wallen."

5. O Babylon, wij zien eerlang u straffen.
Gelukkig hij, die u zal loon verschaffen,
Die u vergeldt al wat g' ons hebt misdaan.
Gelukkig hij, die u terneer zal slaan,
Uw kinderkens zal grijpen, o gij trotsen,
En wredelijk verplett'ren aan de rotsen.

1. Als wij aan dat water tot Babel klachtig
Zaten en weenden, wezende gedachtig
Uwes, o Sion, huis des Heeren rein;
Daar hebben wij met veel klagens gemein
Onze harpen, benauwd met harten bange,
Aan de groene wilgebomen gehangen.

2. Daar hebben zij, die ons hielden gevangen,
In spot begeerd te horen onz' lofzangen,
En spraken: Zingt ons van Sion een lied.
Wij zeiden: Hoe zouden wij met verdriet
Beladen zijnde en met smaad en schanden,
Gods lof kunnen zingen in vreemde landen?

3. Doch zo ik U, Jeruzalem geprezen,
Vergete, zo moet mijn rechterhand wezen
Onwetende des harpenspel hiernaar.
Mijn tonge kleev' aan mijnen mond eenpaar,
Zo ik u vergeet en mij kan verblijden,
Anders dan in uw welvaart t' allen tijden.

4. Wil Heer, den Edomieten zijn gedachtig,
Die over Jeruzalem riepen prachtig,
Als zij de stad teniet deden zeer fel,
Gedenk, dat sommigen riepen snel:
Rein af! rein af! dat ze gans verbrand werde,
Ende meteen uitgeroeid tot der aerde.

5. Maar men zal u, Babel, nog zo verbranden;
Gelukkig zullen ook wezen de handen,
Die 't kwaad zullen wreken, van u gedaan.
Wel hem, die uw kind'ren zal grijpen aan,
En trekken van uwe borsten onreine,
Om die te verpletteren aan de steine.

1. Aan Babels stromen zaten wij gevangen.
Daar weenden wij van weemoed en verlangen.
Hoe trok ons hart naar huis, wij treurden om
Jeruzalem, des Heren heiligdom.
O dagen van weleer, o heil'ge stede,
wie ver van Sion leeft, is zonder vrede.

2. Droef zaten wij aan Babylons rivieren
en hingen aan de wilgen onze lieren.
De overwinnaar sprak: "Kom, speelt en zingt
een vrolijk lied van Sion, dat het klinkt!"
Die ons verdrukte sprak van spel en zangen,-
wij lieten zwijgend onze lieren hangen.

3. Hoe zouden wij als droeve bannelingen
op vreemde grond het lied des Heren zingen?-
Indien ik u vergeet, Jeruzalem,
begeve mij mijn rechterhand, mijn stem.
Ja, laat mijn tong voor zang noch spraak meer deugen,
zo gij niet zijt mijn opperste verheugen.

4. Gedenk, o Heer, de volken die ten tijde
van Sions val met wrede wellust zeiden:
"Breek af, breek af, de fundamenten bloot!"
Gij dochter Babels, toegewijd ter dood,
heil onze wreker, heil hem die, o trotse,
uw kind'ren zal verbrijz'len aan de rotsen.

1. Aan Babels stromen zaten wij gevangen.
Daar weenden wij van weemoed en verlangen.
Hoe trok ons hart naar huis, wij treurden om
Jeruzalem, des Heren heiligdom.
O dagen van weleer, o heilge stede,
wie ver van Sion leeft, is zonder vrede.

2. Droef zaten wij aan Babylons rivieren
en hingen aan de wilgen onze lieren.
De overwinnaar sprak: 'Kom, speelt en zingt
een vrolijk lied van Sion, dat het klinkt!'
Die ons verdrukte sprak van spel en zangen,-
wij lieten zwijgend onze lieren hangen.

3. Hoe zouden wij als droeve bannelingen
op vreemde grond het lied des Heren zingen?-
Indien ik u vergeet, Jeruzalem,
begeve mij mijn rechterhand, mijn stem.
Ja, laat mijn tong voor zang noch spraak meer deugen,
zo gij niet zijt mijn opperste verheugen.

4. Gedenk, o Heer, de volken die ten tijde
van Sions val met wrede wellust zeiden:
'Breek af, breek af, de fundamenten bloot!'
Gij dochter Babels, toegewijd ter dood,
heil onze wreker, heil hem die, o trotse,
uw kindren zal verbrijzlen aan de rotsen.

Bijbelteksten

Het uitgangspunt van De Nieuwe Psalmberijming is de Hebreeuwse grondtekst, niet een specifieke vertaling.

Ter referentie vindt u hieronder de links naar de tekst van de psalm in diverse Nederlandse vertalingen.